Het seizoen is ten einde en het jaar ook bijna. Tijd voor eindejaarslijstjes. Wielrenner van het jaar M/V, Flandrien van het jaar, er mag gestemd worden! Ik zou ook graag willen stemmen, op de fiets van mijn zwager Mark. In de categorie lelijkste fiets.
“Waar heb je die vandaan gehaald?”
“Gewoon, bij een fietsenmaker gekocht, tweedehands.”
“Me dunkt. Je hebt er dus geld voor betaald?”
“Een paar tientjes maar.”
De enigszins geschrokken indruk die ik bespeurde bij het noemen van “een paar tientjes” verraadde dat het minimaal honderd euro had gekost, een best aannemelijk bedrag tegenwoordig. Er is een tijd geweest dat oude wielrenfietsen aan de straat stonden met een stuk bruin karton erbij waarop in grote blokletters TE KOOP stond. En daarachter dan de vraagprijs die inderdaad neerkomt op een paar tientjes, of nog minder. Totdat hipsters besloten dat oude wielrenfietsen ‘opknappen’ hun hobby was. Ze hielpen de tweedehands-wielrenfietsenmarkt om zeep en stonden aan de basis van een nieuwe markt, die van verkrachte wielrenfietsen.
Neuzer Whirlwind Degreaser Basic dus. Niet eens de 1.0 versie, daarvoor nog. Ik begon te googelen en het nodige speurwerk had me nauwelijks bruikbare informatie opgeleverd, dusdanig dat toen ik Mark daarover berichtte hij dacht een juweeltje te bezitten. “Een zeldzame fiets zal wel erg veel waard zijn, toch?” In zijn ogen verschenen eurotekens.
“Jouw fiets komt uit Hongarije, vlakbij de Poolse grens. De helft van de productie wordt geëxporteerd aan EU-lidstaten”, zo staat er op hun site. Vooral de lidstaten ten oosten van Hongarije, is mijn inschatting. “In Roemenië is het huidige paradepaardje te koop voor minder dan driehonderd euro. Ik verwacht dus niet dat het een fortuin waard is.”
Afijn, niemand durfde het tot dusver aan om de Neuzer Whirlwind Degreaser Basic te kopen. Een merk zonder noemenswaardige historie en een uiterlijk dat velen afschrikt. De buizen van het frame zijn hier en daar platgeslagen en vormen zo een aero frame avant la lettre. Dikke lasnaden heffen het aero gedeelte weer op. Misschien was het een prototype waarvan men dacht dat het nooit zou aanslaan, zo’n aero frame; de wielrennerij is immers conservatief tot-en-met. Geen kekke uitstraling waarmee je lekker nonchalant de blits kan maken. Mark probeert dat nu toch. Hij kocht de fiets, liet het in oorspronkelijke staat en besloot er gewoon op te gaan wielrennen.
Fascinerend.
