Mensen die me een beetje kennen, vragen iedere keer in een periode van de Giro of Alpe d’HuZes zoals nu, of dat niet iets voor mij is, door de bergen fietsen. Want ik fiets ook, weten ze. Ik antwoord dan met “ja”. Enige verwarring later begrijpt men dat het niks voor mij is. Ik ben geen klimmer en ik heb de drang niet om het toch te doen. Ik sluit niet uit dat ik het nog ooit doe, zo’n berg, maar dat maakt mij nog geen liefhebber. Op mijn palmares prijkt de Ghisallo, de befaamde klim uit de Ronde van Lombardije. Met negen kilometer lengte en een gemiddeld stijgingspercentage van 6% is het er eentje van de tweede categorie, volgens Strava. Verder prijken er wat onbekende heuvels uit de vierde op, zoals l’Ancienne Barrière en de weg van Neukirchen naar Holzheim. Recentelijk heb ik er een nieuw hoogtepunt aan toegevoegd: bijna de langste klim van België naar het hoogste punt van België.
Dat ligt in de Hoge Venen, op steenworp afstand van Malmedy waar we een week verbleven. Op de weg ernaartoe praatte ik Roos bij over allerlei nutteloze weetjes van de omgeving met daarbij een stukje geschiedenis. Bijvoorbeeld dat Malmedy-Stavelot ontstaan is als Abdijvorstendom, dat de abdij al meer dan honderd jaar gesloten is, er dus geen bier gebrouwen wordt en we er helaas niet kunnen gaan kijken. Dat Malmedy een gemeente is met voorzieningen voor Duitstaligen vanwege de ligging op de taalgrens. Dat die taalgrens er is omdat er lange tijd gehannest is met de landsgrens en de hoogste berg van België vroeger tevens de landsgrens was met Duitsland of toen nog het Pruisische rijk, maar toen de grens opnieuw verlegd werd er een hogere top op Belgische grond terecht kwam … Ook vertelde ik haar dat de wachttoren plaats heeft gemaakt voor een kunstmatig heuveltje van zes meter hoog zodat men in België de magische zevenhonderdmetergrens bereikte. En dat ik daar naartoe ga fietsen.
Ik poch graag met een stukje parate kennis bij Roos. Als ik haar tussendoor vraag of het ze überhaupt interesseert, liegt ze van wel.
Afijn, ik ging na een mooie ronde de klim naar een nieuw hoogtepunt beginnen. Dat deed ik vanuit Eupen. Onderweg naar boven werd er via verkeersborden gewaarschuwd voor langlaufers. Dat beloofde wat. Enigszins teleurgesteld kan ik mededelen dat ik er geen één gezien heb. Net als zwijnen, herten of ander wild; daar werd dan ook niet voor gewaarschuwd. De weg loopt geleidelijk omhoog en is nooit echt steil. Je merkt eigenlijk nauwelijks dat je klimt. Saai, dat is ‘ie wel. Bovenaan gekomen was er niet één goede mogelijkheid om het moment te vereeuwigen, te veel verkeer. Het was er zo druk dat ik besloot direct de afdaling in te zetten naar Malmedy over een route die ook wel de kleine Alpe d’Huez genoemd wordt vanwege de bochten, waaronder twee echte haarspeldbochten. Ik had beter deze weg omhoog kunnen rijden en die saaie rechte lijn naar beneden. Dat moet dan maar een volgende keer. Tijdens de afdaling drong het tot me door dat ik niets gezien heb dat duidt op het hoogste punt van België. Wel waarschuwen voor overstekende langlaufers maar niets over het hoogste punt. Gemiddeld kan er een week of drie worden gelanglauft, heb ik gelezen. De borden staan er het hele jaar; je weet tenslotte nooit precies wanneer het kan en je zal eens te laat zijn met het plaatsen van de waarschuwingsborden.
Dat ik niets gezien heb dat ik het hoogste punt van België bereikt had, vond ik vreemd. Geen oude wachttoren of iets wat daaraan herinnert. Geen trapje die tot de zevenhonderdmetergrens reikt, geen plakkaat, zelfs geen snackkraam voor toeristen of eventuele langlaufers. Het zette me aan het denken want ik had het me anders voorgesteld. Niet dat het spectaculair zou zijn, maar in Nederland zou het een toeristische attractie zijn en ook vanwege de historie die het heeft … Nou ja, ik ben er geweest en nu weet ik hoe het er is. Het viel tegen en verdient geen aanbeveling. Snel een streep eronder.
Inmiddels gedoucht en met een tripel om te herstellen keek ik mijn rit terug. Pas toen ontdekte ik het. Ik was niet naar Signal de Botrange (694 meter) gefietst, maar naar Baraque Michel dat nog geen kilometer verderop ligt. Met 674 meter was dit vroeger dus het hoogste punt, nu slechts een hoogtepunt. Volgend jaar ga ik het nog maar eens proberen. Op naar een nieuw hoogtepunt.
